maandag 13 juni 2011

De Weelde van het Batafysisch onderzoek

Gebonden in een spiraal ligt het Zomer-doe-boek van 2011 voor mij. Niet in het onhandige A4 formaat op veredeld kladblokpapier zoals ze in de jaren 1970 werden uitgegeven, maar in een handzaam formaat, mee te nemen op een batafysische fietstocht, veldtocht of expeditie naar de bronnen van de Amstel. Er kan niets meer mis gaan deze zomer, of we nu gedwongen zijn in Holland te bivakkeren, een reis naar de autonome enclave Balkonië maken, of door regen binnen moeten blijven. ‘Batafysica … en wat nu?’ van Rien Waddenvlek OCS is uitgegeven in het mythische Esonstad op 26 Merdre 138 door de Nederlandse Academie voor ’Patafysica – een reeks begrippen die voor de wakkere lezer, zich door het boek werkende, tastbaar zullen worden aan de hand van meerdere experimenten.

Wij leren dat voor het bevestigen van de snaren van het mentaal-veldgemaal een ringetje ‘absoluut de beste constructie’ is, de auteur weet op deze wijze zijn ruime kennis van het onderwerp met de lezer te delen, en dat op een wijze die nergens humoristisch wordt, hij heeft begrepen waar het om draait in de ’Patafysica. Wij worden in zestig pagina’s van ‘nog even een praktische tip’ naar de vaststelling dat het ‘raadzaam [is] monsterdozen bij u te hebben’ gevoerd, om op de laatste bladzijde te lezen dat bij problemen, onduidelijkheden en andere ongemakken de lezer altijd nog een toogdag van de Batafysica kan bezoeken. Misschien had de auteur de beginner er op moeten wijzen wat de invloed van het op gele houten klompen lopen door de in blauwe overal gestoken kaasdragers over de met IJsselkeitjes geplaveide Markt in Alkmaar is, op een experiment met het mentaal-veldgemaal in de duinen van Bergen aan Zee, maar wij begrijpen dat niet alle externe invloeden gecatalogiseerd kunnen worden.



Zij gingen u voor, illustere personen die deel namen aan de experimenten, uit de eregalerij




Voor de beginner is er op p. 56-57 een paklijst opgenomen van noodzakelijke attributen, alleen een lijst met gecertificeerde leveranciers had ter verduidelijking bijgevoegd kunnen worden, want hoe weet een beginnend batafysicus waar hij de ‘knuppel’ moet kopen, die onder het kopje ‘Algemeen’ wordt aanbevolen? Voor veel utensiliën is het duidelijk dat alleen IJzerhandel Meijer op de Rozengracht in Amsterdam de middenstander kan zijn waar je de snaren en pennen koopt. Maar enige verduidelijking had hierbij gegeven mogen worden. Bijvoorbeeld de pennen onder het kopje ‘mentaal veldgemaal’. Betreft het hier een schrijfgerei, een tentstok, een haring, een borgpen, of een Italiaans pastagerecht? Voor de beginnend batafysicus met een kleine beurs verwarrend als deze zich niet kan veroorloven om alle vier producten te kopen en tijdens het experiment in de duinen vast stelt het verkeerde gekocht te hebben – dan is het een hele fietstocht naar de Rozengracht, een omweg waar wij de beginner graag voor zouden behoeden.

Een aanrader, met ‘Batafysica … en wat nu?’ komt u de zomer door!



Bastiaan D. van der Velden,
Régent de Navigation Épigéenne