Eerste pinksterdag, een fietstocht richting de tuin van
Dohmen in het Duitse stadje Ubach-Palenberg (niet de verwarren met het
nabijgelegen Ubachsberg, Ubach over Worms of Palemig). De tocht loopt via
Eygelshoven en Rimburg een stuk langs de meanderende Wurm via een Klangbrücke
bestaande uit een enorme spiraal waar aan de kanten holle buizen door de wind
tegen een stukje hout worden geslagen, ziedaar een oneindige bron van geluid (in
de krant vindt je dan ook direct een artikel: ‘Klangbrücke ist jetzt ein Fall
für den Bundesgerichtshof’ Aachener
zeitung 2012). Maar achter die brug ligt het park van Willy Dohmen, beroemd
door zijn rododendrons en schildpadden.
Nu waren die rododendrons net
uitgebloeid, en hebben we wel een schildpad gezien, maar was het iets anders
dat mij opviel. Willy Dohmen, zo lees ik in het in semi Fraktur gekalligrafeerd
schrift op een enorm bord, was ondernemer in de zand en kiezelstenen en heeft
daarmee een opvallende overeenkomst met Garcet en de tuin in Craubeek, alle
drie de mannen zaten in de steenhandel. Willy Dohmen begon na de oorlog met de
exploitatie van een zandput, en ergens eind jaren ’80 vormt hij eigenhandig dit
industrielandschap om tot een Engels landschapspark. Het zijn echter de
objecten waardoor mijn interesse werd gewekt. Op de zelfde bord met plattegrond
en informatie is te lezen (ik neem het hier over van de website): ‘Jupp
Schmölders, der beste Freund von Willy Dohmen und Kenner alter Kulturen, hat im
Park den umfangreichen Steingarten - mit kunstvoll eingemeißelten Informationen
für die Besucher über die Herkunft der Steine - angelegt und Maya-Skulpturen
nachgebildet.’ Het zijn niet alleen Maya-skulpturen die hier staan, alle stenenbrokken
hebben een naam erin gebeiteld gekregen, er staat ook een Paaseilanden beeld op
miniatuur formaat, en een steenblok staat er ter herinnering aan Otzi.
Bittere ernst moet het voor Jupp Schmölders geweest zijn, de Maya cultuur naar
dit dorpje te halen, ik denk dat zijn boekenkast vol heeft gestaan met de in
die periode hoog in groot aanzien staande Zwitserse geleerde Erich von Däniken. En
lange tijd liep ik hoofdschuddend langs de artefacten, schoolmeesterachtige
tekstjes, niet op hun plaats staande beelden, zelfs een museum voor
geschiedenis en stenen in een uithoek van het park. Tot ik bijna tegen een enorme
struik aan liep, kunstig gesnoeid, en enorme Marsupilami met Pokémon-trekken en
duivels horentjes of mogelijk de mascotte van de lokale carnavalsvereniging, een
tuinsculptuur op grond waarvan ik enkel kon concluderen dat de vrijwilligers en
de stichting die het park nu beheren de zaak ook niet helemaal serieus nemen,
een vleugje relativering naast al deze bittere ernst over de vraag of de goden
kosmonauten waren en andere onopgeloste raadsels uit het verleden. Een omweg is deze visionaire beeldentuin echter zeker waard, zolang we niet naar Hauterives mogen en zelfs niet naar Eben-Emael.
B.D. 31 maart 2020
MARCEL DUCHAMP (American-French, 1887-1968)
Chocolate Grinder No. 2
(Broyeuse de Chocolat 1914)
Het Otzi monument
http://www.willy-dohmen.de/wir/natur/natur.htm
-- -- -- -- -- -- --
Today, I
made a bike trip to the garden of Dohmen in the German town of Ubach-Palenberg
(not to be confused with nearby Ubachsberg, Ubach over Worms or Palemig).
Cycling via Eygelshoven and Rimburg along the river Wurm via a Klangbrücke
consisting of a huge spiral where hollow pipes that must be hit by the wind against
a piece of wood, this object is an endless source of sound (in the newspaper
you will find also an article that court cases are fought about the bridge:
'Klangbrücke ist jetzt ein Fall für den Bundesgerichtshof' Aachener zeitung 2012). But on the other side of that bridge is
Willy Dohmen's park, famous for its rhododendrons and turtles.
Well, those
rhododendrons had just finished flowering, and we have seen a turtle, but it
was something else I noticed. Willy Dohmen, as I read in the semi-Fraktur
calligraphy on a huge plate, was an entrepreneur in the sand and pebbles
business and therefore has a striking similarity with Garcet and the builder of
the sculpture garden in Craubeek, all three men were working in the stone
trade. Willy Dohmen started exploiting a sandpit after the war, and sometime
in the late 1980s he single-handedly transformed this industrial landscape into
an English landscape park. However, the
objects that really aroused my interest
were not his work. On the
same board with map and information you can read (I will copy it from the
website): ‘Jupp Schmölders, der beste
Freund von Willy Dohmen und Kenner alter Kulturen, hat im Park den
umfangreichen Steingarten - mit kunstvoll eingemeißelten Informationen für die
Besucher über die Herkunft der Steine - angelegt und Maya-Skulpturen
nachgebildet.’ [Jupp Schmölders, the best friend of Willy
Dohmen and a connoisseur of ancient cultures created the extensive rock garden
in the park - with artfully carved information for visitors about the origin of
the stones - and recreated Mayan sculptures.]
There are
not only Maya sculptures, all the rocks have been given a name, there is also
an Easter Island statue in miniature format, and a stone block in memory of
Otzi. It must have been bitter seriousness for Jupp Schmölders to bring the
Mayan culture to this village, I think that his bookcase was full of the at
that time highly regarded Swiss scholar Erich von Däniken. And for a long time
I was not too impressed by the artifacts, schoolmaster-like texts, out-of-place
statues, even a museum of history and stones in a corner of the park. Until I
almost ran into a huge bush, artfully pruned, a huge Marsupilami with Pokémon
traits and devil horns or possibly the mascot of the local carnival
association, a garden sculpture on the basis of which I could only conclude
that the volunteers and the foundation that runs the park nowadays do not to
take the matter too seriously either, adding a touch of perspective to all this
seriousness about the question of whether the gods were cosmonauts and other
unsolved mysteries from the past. Nonetheless, this visionary sculpture garden
is certainly worth a detour, as long as we are not allowed to travel to
Hauterives or even to Eben-Emael.