zondag 24 oktober 2010

Julien Torma

Julien Torma

Julien Torma, een vuistdikke bundel verzameld werk, enkele vage foto’s, geen of weinig sporen in de registers van de burgerlijke stand. Wij weten dat hij bevriend was met Léon-Paul Fargue, Max Jacob, René Daumal, Robert Desnos, René Crevel en de filmregisseur Jean Vigo. Brieven en opdrachten in boeken zijn hier de getuigen van. Torma bezocht de bijeenkomsten van de surrealisten, maar stond eerder kritisch tegenover deze groep schrijvers en schilders. Bijna te mooi om waar te zijn, het lijkt er op dat Torma op deze wijze, door verwijzingen in de voetnoten van de memoires en briefwisselingen van deze avant-garde voormannen alleen bestond om zich van een plaats in de literatuurgeschiedenis te verzekeren. Ook het werk van Torma bestaat deels bij de gratie van andere schrijvers. Zijn mystieke debuut La Lampe obscure ontstond in 1920 onder invloed van Max Jacob. Het tweede boek, Le Grand Troche, is opgedragen aan René Crevel. Zijn rol als middelpunt van de avant-garde blijkt tevens uit de handgeschreven opdrachten die Torma in zijn boeken schreef. In het vuistdikke Ecrits définitivement incomplets neemt het een heel hoofdstuk in beslag. Met bijvoorbeeld een Le grand Troche opgedragen aan: ‘à Jacques Rigaud [sic] avec cent coups de canon comme convenu! J Torma’.

Ondanks de namen van beroemdheden die Torma omringen, bevat zijn biografie vele onopgehelderde episoden. De biografen vullen pagina’s met waarschijnlijkheden en vermoedens en delen hier hun onkunde met de lezer. Het merendeel stelt dat Torma in 1902 in het Noord-Franse Cambrai is geboren en in 1933 tijdens een verblijf in het Oostenrijkse Vent verdwenen is. Torma heeft dan enige boeken gepubliceerd, hoewel deze niemand zijn opgevallen, recensies ontbreken, in tijdschriften uit deze periode is geen spoor van hem te vinden. In de dertig jaar die zijn leven omspannen, heeft hij beide ouders verloren, groeide hij op bij zijn oom in de Batignolles, een buurt in Parijs nabij Montmartre, werkte hij als corrector voor een krant en als commissionair in de Parijse Halles en uiteindelijk reisde hij naar Salzburg.

Een bredere bekendheid krijgt zijn werk pas vanaf begin jaren 1950 na enkele door het Collège de ’Pataphysique uitgegeven postume werken en de publicatie van biografische notities over Torma in de tijdschriften van het Collège. Een van de toonaangevende personen van het Collège de ‘Pataphysique, Jean-Hugues Sainmont, publiceerde in het 7e nummer van de Cahiers des Collège een ‘Hommage à Julien Torma, le plus grand pataphysicien du XX° siècle’. Inmiddels waren de meeste van de hierboven in verband met Torma genoemde personen overleden, evenals zijn vrienden Jean Montmort en Philippe Merlen. Jean Montmort en Torma kenden elkaar sinds hun jeugd, Montmort was de uitgever van Torma’s boeken, beheerde de nalatenschap van zijn vriend en werd de eerste biograaf. Montmort stierf in 1940 tijdens een beschieting van een brug bij Sully-sur-Loire, hij maakte de gloriejaren van Torma niet meer mee. Philippe Merlen – sinds 1932 met Torma bevriend – trad toe tot de Waffen-SS en pleegde zelfmoord in maart 1944. Merlen was weer bevriend met de filosofieleraar Emmanuel Peillet, die onder het pseudoniem ‘Sainmont’ bekend stond, hetgeen kan verklaren hoe Torma aan het Collège de ’Pataphysique gelieerd is.
Gefascineerd door de onvolledige biografie hebben meerdere onderzoekers het vermoeden geuit dat hij nooit bestaan heeft, dat Torma een fictief persoon is, dat het misschien een vervalsing betreft, of dat iemand de naam Torma als pseudoniem heeft gebruikt. Als auteur zijn de namen van L.-P. Fargue, R. Daumal of leden van het Collège genoemd, evenals Montmort. Bovendien is gespeculeerd dat een onbekende schrijver zich verborgen heeft achter het pseudoniem Torma.

Was de naam Torma een pseudoniem? In Noord- Frankrijk zijn tussen 1880 en 1910 drie personen geregistreerd met de naam Torma, in Hongarije was het echter een gangbare familienaam, in de 40tiger jaren van de vorige eeuw was de Tsjecho-Slowaakse (maar van Hongaarse oorsprong) bokser Július Torma actief, die in finale tijdens de Olympische Spelen de Amerikaan Hank Herring in de categorie tot 67 kg versloeg. In Hongarije is ook een mayonaise Torma te koop, zover na te gaan met rettich. In Litouwen ligt een dorp met de naam Torma en in het Tibetaanse boeddhistische geloof worden bij de offeranden torenvormige koekjes met de naam Torma gebruikt. De naam is ook een anagram (waarbij een letter over blijft) van de naam Mozart, hetgeen de reis naar Salzburg zou kunnen verklaren.

Voor enkele academici is Torma verworden tot het voorbeeld van de literaire falsificatie, voor anderen is hij een cultheld, icoon vanwege de hem toegeschreven zelfmoord. Niet zozeer omdat onduidelijk is of het daadwerkelijk een zelfmoord betrof, nadat hij op 31 jarige leeftijd in Vent verdwenen is – gone with the wind – veeleer omdat hij weigerde nog langer te publiceren.

Torma schreef over Dr. Faustroll en zijn reisgenoten: ‘Noch de personen, noch hun avonturen zijn echt. (...) Ze bestaan ook niet imaginair.’ De door Torma geschreven brieven, ongeacht door wie ze geschreven zijn, spelen een belangrijke rol als bron van de theoretische beginselen van de ’Patafysica. Torma ageert in zijn geschriften tegen de artikelen van Daumal zoals in zijn reeks ‘La pataphysique du mois’ verwoord, die tussen 1929 en 1940 in Bifur en de NRF verschenen. De mogelijkheid had bestaan om zoals de futuristen, dadaïsten en surrealisten dat deden, een manifest, een ’Patafysisch Manifest, op te stellen. Maar besloten werd de brieven van Torma uit te geven, als beginselverklaring van het Collège. Deze brieven zijn een weerslag van de door Jarry opgestelde definitie van ’Patafysica:

»La pataphysique est la science des solutions imaginaires, qui accorde symboliquement aux linéaments les propriétés des objets décrits par leur virtualité.«


B.D.
Régent de Navigation Épigéenne



Vertalingen van het werk van Torma in het Nederlands ontbreken. De Franse Ecrits définitivement incomplets zijn in 2003 door het Collège de ‘Pataphysique uitgegeven. In het Engels zijn enkele teksten opgenomen in 4 Dada Suicides: Selected Texts of Arthur Cravan, Jacques Rigaut, Julien Torma & Jacques Vache (London: Atlas Press 1995) In het Duits heeft K. Ferentschik enige vertalingen van Torma in zijn ’Pataphysik. Versuchung des Geistes (Berlin: Matthes & Seitz 2006) opgenomen. Euphorismes in het Duits vertaald door door Klaus Völker verscheen bij Matthes und Seitz in 2009.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten